Inleiding
Dit artikel werd geschreven voor FLEET magazine en Fleet.be #148, november 2023.
Onder invloed van de veranderende fiscale en RSZ-regelgeving worden professionele gebruikers sterk aangemoedigd om uitsluitend nog elektrische personenwagens te bestellen. Maar wat als het bedrijf, zijn werknemers of de zaakvoerder hier nog niet klaar voor zijn? Een vraag die ons regelmatig gesteld wordt: kan een lichte vrachtwagen mogelijk een TCO-vriendelijker alternatief zijn?
Wat is een lichte vracht?
Het modelaanbod en de technische creativiteit bij sommigen hebben ervoor gezorgd dat we bij de term “lichte vracht” niet meer uitsluitend hoeven te denken aan het type bestelwagen waarmee onze online-bestelling wordt geleverd of waarmee de aircotechnicus rondrijdt. Volgens de Belgische wetgeving kan elk voertuig als lichte vracht gehomologeerd worden, mits het voldoet aan enkele specifieke voorwaarden die rekening houden met de maximaal toegelaten massa (MTM, tot 3.500kg) en die vooral ook de laadruimte onder de loep nemen. Deze moet dan voldoende lang zijn (50% van de lengte van de wielbasis), gescheiden van de passagiersruimte en tot slot moet er ook een vast bevestigde horizontale laadvloer zijn (zonder de mogelijkheid om banken, zetels of veiligheidsgordels te bevestigen).
Dat is op zich een vrij ruime bepaling, die creatievelingen in staat heeft gesteld om sportieve wagens als lichte vracht in te schrijven, mits de achterbank wordt verwijderd en de laadruimte wordt omgebouwd. Anderzijds was de inschrijvingsfiscaliteit en vaak ook de lagere aanschafprijs van sommige modellen ook de reden voor bepaalde particulieren om een bestelwagen aan te schaffen.
Het modelaanbod en de technische creativiteit bij sommigen hebben er voor gezorgd dat we bij de term “lichte bedrijfswagen” niet meer uitsluitend hoeven te denken aan het type bestelwagen waarmee onze online-bestelling wordt geleverd of waarmee de aircotechnicus rondrijdt.
Zowel Vlaanderen als Wallonië hebben echter hun regels aangepast en hebben ervoor gezorgd dat pick-ups, en in Wallonië alle lichte vrachtwagens, voor particulieren op dezelfde manier belast worden als personenwagens. Verschillen blijven dus rijkelijk tussen de regio’s.
Het modelaanbod en de vraag naar ruimere voertuigen met flexibele volumes hebben de variëteit doen groeien, zodat we al lang niet meer kijken naar een gamma dat uitsluitend bestaat uit witte gesloten wagens met of zonder zijdeur. Uiteraard heeft decarbonisatie daar ook aanzienlijk effect wat ervoor zorgt dat motoren niet alleen efficiënter worden, maar vooral ook meer geëlektrificeerd.
De personenwagen- en lichte vrachtwagenversies zijn ook steeds meer vergelijkbaar op het gebied van comfort, uitrusting en connectiviteit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Caddy Life en Caddy Van bij Volkswagen CVi of gelijkaardige varianten bij Mercedes, Stellantis of Renault. Het is bij inschrijving dus belangrijk om de homologatiedetails (M1 voor personenwagenversies, of N1 voor lichte vrachtwagenversies) na te kijken, want een klein detail kan veel fiscaal verschil opleveren.
Fiscaliteit lichte vracht
Wat is dan het voordeel van rijden met een lichte vrachtwagen in plaats van een personenwagen? Allereerst zijn lichte vrachtwagens, wanneer ze worden ingeschreven door een vennootschap, altijd vrijgesteld van BIV. Daarnaast wordt de verkeersbelasting ook gunstiger berekend ten opzichte van de lichte vrachtwagen.
Een lichte vrachtwagen is en blijft altijd voor 100% fiscaal aftrekbaar, ongeacht het gebruik of de aandrijving. Een benzine- of dieselaangedreven lichte vrachtwagen blijft zo gespaard van de degressieve aftrekbaarheid die de Wet van Peteghem met zich meebrengt.
Niet onbelangrijk om nog even te herhalen: wanneer een voertuig privé gebruikt mag worden door een werknemer, is er ook nog een Voordeel Alle Aard (VAA) verschuldigd door de bestuurder. De berekeningsformule is anders dan bij de personenwagens. Terwijl voor personenwagens een forfaitaire rekenmethode gebruikt wordt, moet voor een lichte vrachtwagen rekening gehouden worden met de werkelijke gebruikskosten voor het privégebruik van de wagen. Dit zorgt voor extra administratie voor de wagenparkbeheerder die naast de voertuigkosten ook een rittenadministratie van al zijn bestuurders moet bijhouden. Dat is niet te onderschatten.
Nog vaker onderschat is dat er bij privégebruik ook een solidariteitsbijdrage aan de RSZ (CO2-bijdrage) verschuldigd is. De RSZ maakt voor de CO2-bijdrage geen onderscheid tussen een personenwagen en lichte vrachtwagen. Het misbruik daarvan kan een dure aangelegenheid worden. Volledig vrijgesteld van de vergroeningswetgeving zijn lichte bedrijfswagens niet, want voor de RSZ-bijdragen wordt dezelfde multiplicator als bij thermische personenwagens ook toegepast op de lichte bedrijfswagens. Aangezien de CO2-uitstoten van lichte bedrijfswagens aanzienlijk kunnen zijn, mag dat niet onderschat worden. Een belangrijke TCO-factor in wording dus.
Vanuit een TCO-standpunt is het niet zomaar vanzelfsprekend om te kiezen voor een lichte bedrijfswagen als alternatief voor een personenwagen. Want wie spreekt over hoge CO2-uitstoot, moet ook rekening houden met het feit dat het brandstofverbruik vaak hoger is dan bij personenwagens.
Besluit
Vanuit fiscaal standpunt is zeker een argumentatie te bouwen voor het bedrijf om een lichte vrachtwagen in te schrijven in plaats van een benzine- of diesel personenwagen. Maar fiscaliteit is niet het enige dat telt. Het VAA, de CO2-bijdrage en het verbruik spelen natuurlijk ook een grote rol. Ten slotte zullen stedelijke gebieden met LEZ-beperkingen vanaf 2025 en uiterlijk 2035 de toegang geleidelijk beperken voor verbrandingsmotoren.
Het is daarom ten zeerste aanbevolen om een grondige analyse uit te voeren en zorgvuldig de voor- en nadelen af te wegen bij het maken van de definitieve wagenkeuze. Het raadplegen van een specialist kan hierbij van onschatbare waarde zijn.
Voor meer informatie over dit onderwerp of andere fleet gerelateerde vraagstukken kunt u contact opnemen met EuroFleet Consult, gespecialiseerd in opleidingen en advies op maat van de fleet professional. U kunt contact met hen opnemen via info@eurofleet-consult.com of op het telefoonnummer 02/709 54 40.