Toen de overheid de nieuwe regels voor de fiscale aftrekbaarheid van plug-in hybrides en auto’s met verbrandingsmotoren bekendmaakte, gaf ze te kennen dat ze zou kijken naar de aanschaffings-, lease- of huurdatum, en niet naar de leveringsdatum van de auto, omdat die wel eens erg lang op zich kan laten wachten tegenwoordig. De vraag is echter wat onder “aanschaffings-, lease- of huurdatum” verstaan wordt. Een woordje uitleg.
Bij een rechtstreekse bestelling bij een autoverkoper van een voertuig dat met eigen middelen, in financiële leasing of renting of via een krediet wordt aangeschaft zijn er weinig of geen problemen met de notie “besteldatum” omdat de bestelling van auto effectief met een ondertekende bestelbon wordt vastgelegd bij de verkoper. Er stelt zich mogelijk wel een probleem bij contracten van verhuring op lange termijn (operationele leasing), omdat er daar enerzijds een bestelbon van de leasingmaatschappij aan de verdeler wordt bezorgd en er aan de andere kant door de klant een handtekening wordt gezet op een contract.
Waar moet men dan rekening mee houden? Het is mogelijk dat het leasecontract pas opgesteld wordt wanneer de auto in kwestie klaar is voor levering, wat heel wat maanden na de initiële besteldatum kan liggen, waardoor de auto alsnog in een minder gunstig fiscaal regime valt. Of is dat niet zo?
Wanneer het over woorden gaat die geen duidelijke definitie hebben gekregen in de wetgeving ontstaat er al snel onduidelijkheid en kunnen verschillende interpretaties worden gegeven aan dezelfde zin.
In ieder geval is het duidelijk dat de fiscus en de overheid in het kader van de wetgeving met de datum van inwerkingtreding van de verschillende data vanaf wanneer nieuwe fiscale periodes aanvangen nooit de datum van de fysieke levering van het voertuig bedoelde.
“Aangeschaft, geleased of gehuurd”
De nieuwe wetgeving met de veranderende fiscaliteit in de periode 2021-2031, spreekt over voertuigen die vanaf een bepaalde “aangeschaft, geleased of gehuurd” worden en laat de leveringsdatum zo volledig buiten beschouwing.
Die benadering is niet nieuw en bestaat al sinds eind 2017, toen in het kader van de ultieme besteldatum vóór of na 1 januari 2018 om een auto al dan niet geklasseerd te zien worden als zogenaamde “fake hybride”.
De fiscus heeft op dat punt in verleden bovendien rekening gehouden met praktische en pragmatische oplossingen en zou dat logischerwijs ook nu opnieuw doen.
Een belastingplichtige kan de datum van zijn beslissing om over te gaan tot de aanschaf, lease of huur (dus bestelling) op alle mogelijke manieren aantonen. Alleen een verklaring op eed wordt niet als rechtsgeldig gezien.
De situatie bij operationele leasing / verhuring op lange termijn
Terwijl er zich bij een door de klant bij de verkoper ondertekende bestelbon dus eigenlijk geen problemen voordoen (de datum op de bestelbon is de referentie) moeten we bij bestellingen van voertuigen die worden gehuurd in operationele leasing of verhuring op lange termijn in principe kijken naar de datum van het contract tussen de twee partijen en dus niet naar de bestelbon van de auto.
De fiscus gaat ervan uit dat binnen dergelijke huurformule die buiten de auto zelf ook diensten omvat, de datum van het contract waarin beide partijen (huurder en verhuurder) zich engageren met betrekking tot de ter beschikkingstelling van een voertuig met de daaraan gekoppelde diensten en financiering van belang is.
Of een leasingmaatschappij een bestelbon al dan niet meteen in haar systemen registreert als deel van het contract of dat pas doet vlak voor de levering van het voertuig maakt niet uit. Voor de fiscus volstaat het dat er minstens op een bepaalde datum een contractuele verbintenis bestond tussen de partijen over de huur/leasing en diensten van een voertuig die (in de toekomst) zullen worden uitgevoerd.
De fiscus kan een zuivere bestelbon voor een auto bij verhuring op lange termijn dan ook wel degelijk als een contract zien binnen dit kader, op voorwaarde dat er voor de deadline al een raamcontract getekend was tussen leasingmaatschappij en klant en de bestelbon daar ook uitdrukkelijk naar verwijst.
Wat met wijzigingen aan de bestelling?
Een volledig ander ander model laten leveren dan hetgeen in het contract of de bestelbon vermeld stond is problematisch en zal door de fiscus niet aanvaard worden, tenzij de constructeur het model op de bestelbon bijvoorbeeld niet zou kunnen leveren. Enkel de duurtijd van het contract en enkele details van de diensten nog aanpassen of een optie toevoegen of verwijderen lijkt geen probleem te zijn. De intentie van beide partijen was immers bekend op de oorspronkelijke datum van het contract.
Hoe dan ook is het uiteindelijk aan het de belastingcontroleur om de controle uit te voeren en te beslissen. Vooraf is het altijd aangewezen om de boekhouder of accountant te betrekken in het dossier.